Moving people story
Ik ontvluchtte Ethiopië in 2011
Omdat ik vreesde voor mijn leven. Mijn vader was onderdeel van een politieke beweging, het Oromo Liberation Front. Hij hielp anderen in hun strijd voor gelijke rechten. Maar dit stond onze regering niet toe, en ze namen hem mee. Waarnaartoe? We hadden geen idee! Pas na drie maanden vonden we mijn vader. Ze hadden hem in de rivier gegooid en hij zat onder het bloed. In het ziekenhuis waakten we dag en nacht over hem. We baden voor hem in de kerk. Maar hij overleed alsnog…
Ik ben gemarteld en door verschillende mannen verkracht
Daarna ging het nóg verder mis. Ze kwamen nu ook achter mij en mijn zus aan. Ze arresteerden me en gooiden me in de gevangenis. Elke dag werd ik geschopt, geslagen en ondergedompeld met mijn hoofd in ijskoud water. Ik werd door verschillende mannen verkracht. Het was zó verschrikkelijk.
Na een paar maanden werd ik vrijgelaten. Maar ik was bang geworden. Ik wilde nog niet dood, ik wilde mijn leven redden. Dus sloeg ik op de vlucht.
Ik vertrok naar het dorp van mijn oom. Hij heeft toen alles geregeld. Ook mensensmokkelaars. Het is zwarte handel. Jij betaalt geld, zij geven je een paspoort. En dan nemen ze je mee het land uit. Te voet, per kameel, vrachtwagen en vliegtuig gingen we van Soedan naar Egypte en kwamen we uiteindelijk in Griekenland terecht.
Radeloos besloot ik door te reizen naar Nederland
In Griekenland werkte ik als schoonmaakster en oppas om te overleven. Totdat de financiële crisis toesloeg. Ik kwam op straat te staan. Compleet radeloos besloot ik door te reizen naar Nederland.
In Nederland heb ik me direct gemeld bij de politie. Die stuurden me door naar een asielzoekerscentrum in Ter Apel, voor een verhoor. Tijdens dat verhoor moest ik tot in detail vertellen over de verkrachtingen, maar ze geloofden me niet. En ik had totaal geen bewijs. Wat voor bewijs hadden ze verwacht? Wanneer mensen je in elkaar geslagen, geschopt en ontvoerd hebben en je verkracht hebben, dan heb je geen bewijs…
Ik kreeg een enkeltje naar ‘waar dan ook’
Mijn asielaanvraag werd afgewezen. Ik werd naar een ander AZC gestuurd, waar ik nog drie maanden verbleef. Nadat ook mijn tweede asielverzoek was afgewezen, werd ik vastgezet in een detentiecentrum, een gevangenis. Zes maanden lang.
Daarna ging ik weer terug naar Ter Apel, waar ik wederom werd verhoord. Maar ze konden niks voor me doen, en ik stond op straat. Ik vroeg nog of ik niet terug mocht naar Griekenland. Dat was onmogelijk volgens hen. Ze brachten me naar het treinstation voor een enkeltje naar ‘waar dan ook’. Ik kreeg een treinkaartje en dat was het. ‘Kijk maar waar je naartoe gaat.’
En nu leef ik op straat en weet nu echt even niet wat de volgende stap zal zijn. Ik zal een keuze moeten maken, want ik heb geen toekomst hier. Ik ben zo ontzettend moe. Laten we dan maar zien wat er gebeurt als ik terugga naar Ethiopië. Het is een groot risico, waarvan ik niet eens weet of het lukt zonder identiteitspapieren.
Mijn grootste wens is om in een veilig land te wonen en te studeren. Om gewoon een menselijk bestaan te leiden. Ik zou de Nederlandse regering willen vragen: behandel ons alsjeblieft menselijk. Ieder mens heeft eten nodig, onderdak, kleding. Dat is het enige wat ik vraag. We zijn tenslotte allemaal mensen…